marcinindonesia


2 Comments

OVER BADEN, WERKENDE REUZEN EN HEILIG WATER

Donderdag 27 oktober 2016. Na het ontbijt vertrekken wij om 9 uur op toer. Een Duits meisje vergezeld ons, en daardoor hebben wij een reductie op de prijs bekomen. Onze eerste stop is aan een praalwagen met het beeld van een versierde stier. Dit dient voor een overlijdensceremonie. De tweede stopplaats is op een plek met een prachtig uitzicht over de rijstvelden. Heel erg idyllisch voor mij, maar waarschijnlijk heel wat minder voor de mensen die er moeten werken. En even verder zien wij hoe de rijst geoogst wordt. Het is heel arbeidsintensief, maar de boeren verliezen er hun humeur niet bij en met een vriendelijke lach op hun gelaat nodigen ze ons uit om toe te zien hoe de rijst verzameld wordt. Er worden hier twee soorten rijst gekweekt: de trage die na 6 maanden kan geoogst worden en van betere kwaliteit is en de snelle die slechts 3 maanden nodig heeft. De laatste wordt veel meer gekweekt voor het dagelijks verbruik. Hierna rijden wij door naar Tirta Empul. Volgens de legende zou de god Indra hier het amerta, het elixir van de onsterfelijkheid opgewekt hebben. Hierdoor maken alle Balinezen bij crematies gebruik van het heilige water van Tirta Empul. Dit water wordt opgevangen in een vijver, de bron van de eeuwige jeugd, en stroomt vervolgens in twee baden, normaliter een voor de mannen en een voor de niet-menstruerende vrouwen, maar tijdens ons verblijf waren de baden gemengd. Wij lopen verder door naar de tempel. Hier wordt net een eredienst gehouden met rinkelende belletjes. Nog even rondgelopen en dan gaan wij terug naar de auto. De volgende stopplaats is Gunung Kawi. Volgens de legende zou de reus Kebo Iwa hier alle nissen en tempeltjes in een nacht met zijn vingernagels hebben uitgehouwen. Er zijn hier tien nissen met een hoogte van 7 meter: één zuidelijk gelegen en de 9 anderen bij elkaar, waarvan vier op de westelijke oever en daartegenover 5 op de oostelijke oever. Ze dateren uit de tweede helft van de elfde eeuw en zijn waarschijnlijk de grafmonumenten van koning Udayana, zijn vrouw Gunapriya, zijn hoofdconcubine en zijn zoons Anak Wungsu en Marakata (oostelijke oever). Op de westelijke oever zijn dan de grafmonumenten van de vrouwen van Anak Wungsu opgericht. De tiende is mij onbekend. De nissen zijn bereikbaar via een trap en beide oevers zijn verbonden door een brug. Naast de nissen op de oostelijke oever zijn er nog tempels te bezichtigen en boven de nissen bevindt zich nog een heilige bron. Vlakbij de nissen zijn ook meditatiegrotten uitgehouwen. Dit is ook te zien bij de zuidelijke nis, waar ook een tempel voorkomt. Na het bezichtigen wordt het iets lastiger: de steile trap weer omhoog, iets wat bij deze broeierige warmte een zweetpartij en een natte T-shirt oplevert. Het derde complex dat wij bezoeken is de olifantsgrot of de Goa Gajah. Deze zou ook door Kebo Iwa uitgehouwen zijn. Een behoorlijke steenhouwer als je het mij vraagt. Wij dalen een trap af en zien een rechthoekig bad dat door een middenstructuur in twee vierkante baden ingedeeld is: een voor de vrouwen en een voor de mannen. Deze werd pas in 1954 ontdekt. Zes beelden van vrouwen, drie aan ieder bad, dragen een kruik waaruit water in het bad stroomt.  Voor dit bad staat een tempel en links van de baden bevindt zich de Goa Gajah. Deze grot is in de 11de eeuw gemaakt, maar werd pas in 1923 weer ontdekt. De ingang wordt gevormd door de demon Siwa Pashupati. Hij wordt omringt door uitgehouwen motieven van planten, dieren en mensen. De grot heeft een t-vorm en aan de linkerzijde staat in een nis een beeld van Ganesha, de olifantsgod; aan de rechterkant zit een man te werken, maar hij gaat wel even opzij zodat wij een foto kunnen trekken van drie lingams, het fallussymbool van Shiva. In de grot zijn ook wierookstokjes aan het roken. Even verder zien wij nog een boeddhatempel en de restanten van een 3 meter hoog boeddhabeeld dat door een aardbeving in 1917 gebroken werd. Verderop zijn nog enkele motieven van dieren te zien. De betekenis is mij onduidelijk. Alles wijst erop dat deze locatie een boeddhistisch klooster of heiligdom was. Als afsluiter rijden nu verder naar de Tegenungan waterval. Best mooi en ik vermoed dat deze een hoogte van ongeveer twintig meter heeft. Even verpozen met een biertje en genieten van het uitzicht. Hierna keren wij terug naar Bens Homestay. Wij besluiten om hier nog een dag bij te boeken en gaan morgen de tempels van Pura Besakih bezoeken. Nog even terug naar het Dian restaurant: de bediening is hier goed, het eten is lekker en het bier is goedkoop. Meer hoeft het niet te zijn.

marc